Project update

Tijd voor weer een update uit Tanzania. Ik snap dat het allemaal ontzettend cliché is maar ik ga het toch zeggen: de tijd gaat heel snel voorbij. Volgende week rond deze tijd heb ik mijn koffers alweer gepakt en bereid ik me voor op de terugreis. Hoewel ik ook wel weer zin heb om naar huis te gaan moet ik eerlijk zeggen dat de gedachte aan autoruiten krabben het nog niet heel aantrekkelijk maakt. Maar goed, we zijn er nog niet. Ik had een aantal doelen op mijn project en deze zijn nog niet behaald. Aan de bak dus!

Allereerst ben ik echt blij met het naai atelier. Het geven van naailessen is nog best heel moeilijk en helemaal aan meerdere mensen tegelijk op 2 antieke machines die tussendoor ook om de nodige reparatie vragen. Gelukkig heb ik Mama Rehema. Zij woont in dezelfde wijk als waar Pippi house staat en is naaister van beroep. En terwijl haar trapnaaimachine lieflijk spint helpt ze mee met het repareren van onze ratelende martelwerktuigen wanneer we het zelf niet kunnen.

Ik moet eerlijk toegeven dat de start niet makkelijk was. De spanningsbogen van de meiden waren kort en er waren ook dagen dat er niemand was voor naailes. Maar langzaamaan ging het steeds beter en er zijn nu zelfs meiden die uit hun zelf komen om te leren naaien. Daarnaast weten steeds meer meiden hun basis naai skills om te zetten naar het daadwerkelijk maken van tassen en jurkjes. Als laatste verstellen ze ook kleding die ze via donaties ontvangen maar die niet helemaal passen. Een van de meiden is echt een talent gebleken aan haar draag ik zoveel mogelijk over zodat ze de boel draaiende kan houden als ik weg ben.

Het tweede waar ik mij op gestort heb is het aanpakken van de sanitaire voorzieningen. Toen ik vier weken geleden aan kwam waren de nieuwe toiletten net klaar alleen was er geen geld meer om het sanitair te betegelen. Hierdoor is het lastiger schoon te houden en is schoolverzuim door buikklachten aan de orde van de dag. Via de Doingoood foundation is een groot deel van de financiering gedoneerd om het sanitair te tegelen. De rest is aangevuld door vrijwilligers. Nu is het alleen nog zaak dat de tegels inderdaad aan de wand komen en dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Na een hoop regelwerk lijkt het er nu toch op dat er aankomende vrijdag gestart kan worden met tegelen.

Mijn laatste project is het op school krijgen van de kinderen. In Pippi house zitten 3 meiden die de leeftijd hebben om naar school te gaan maar niet op de goverment school in kunnen stromen omdat ze een leerachterstand hebben. Op een priveschool kunnen ze die achterstand inhalen zodat ze na de zomer op een gewone school in kunnen stromen. Alleen een privé school kost heel veel geld. Gelukkig kreeg ik vandaag de bevestiging dat ENGIE bereid is om het schoolgeld (inclusief transport en een schoolmaaltijd) voor deze 3 meiden te betalen. Vanaf morgen ga ik dus heel hard mijn best doen om deze meiden op school te krijgen voordat ik hier weg ben.

Kortom; nog best een aantal dingen te doen in nog heel weinig tijd. Daarnaast zijn er nog de donaties die ik van familie, vrienden en collega’s heb meegekregen. Een deel van het geld is besteed aan het naaiatelier. Toen ik daar kwam was er nauwelijks stof, één schaar, een paar kleuren garen en 10 spelden. Nu is er een voorraad aan stof, meerdere scharen, genoeg spelden, tornmessen, naaimachine olie, garen enz enz. Verder wordt Mama Rehema betaald voor haar hulp. Het is de bedoeling dat het atelier zich uiteindelijk gaat terug verdienen door de verkoop van tassen en jurken.

Een ander deel van het sponsor geld wordt uitgegeven aan de scholing van (straat)kinderen. Hoewel de school gratis is moet er wel een uniform, schriften en pennen worden betaald. School is niet alleen belangrijk zodat de kinderen een opleiding krijgen en van straat af zijn, het is ook een garantie voor in ieder geval één maaltijd per dag.

Nou, dat was in een notendop waar ik mee bezig ben en wat er met de donaties gebeurd. Ik houd jullie op de hoogte of het allemaal lukt!

Foodblog

Dan nu de beloofde blog over het eten in Tanzania. Hoewel het toch een beetje vreemd voelt om, in een land waar zoveel mensen (en dieren) honger hebben, uitgebreid over het eten te gaan schrijven.

Allereerst moet gezegd worden dat ik niets te klagen heb. De lodge waar ik verblijf voorziet mij van ontbijt en diner en meestal lunch ik mee op de shelter. Dat was gelijk les 1, want hoe veel (of hoe weinig) eten ze hebben doet er niet toe, als gast krijg je een bord vol voor je neus en het is onbeleefd dit af te slaan.

Het eten op de lodge is afwisselend Tanzaniaans en Europees. Het ontbijt bestaat uit brood (wat je echt moet roosteren) ei en fruit. Joghurt, museli en dat soort dingen zijn in de supermarkt wel te koop maar ontzettend duur. Het broodbeleg is jam of pindakaas. In de supermarkt is wel Nutella te krijgen maar ook niet te betalen.

Het lokale ontbijt is ‘Mandazi’ een soort oliebol van zoet brooddeeg. Best goed te eten (met jam) maar wel heel vet.

Vet is sowieso wel het codewoord hier. Of zoals Wilfred Genee zou zeggen: ‘vullen in plaats van voeden’. Begrijp mij niet verkeerd, ik ben gek op lekker eten en niet bang voor een paar calorieën, maar je groente moet je gedurende de dag wel een beetje bij elkaar zien te schrapen.

Voor de lunch eet ik meestal echt lokaal. Chips mayai is echt heel lekker en vult als een avond maaltijd. Het is nog het best te vergelijken met een spaanse tortilla. De vertaling is letterlijk patat met ei. In een koekenpan (trouwens gewoon op straat op houtvuur) wordt voorgebakken friet gedaan en de pan wordt afgevuld met geklutst ei zodat je een omelet krijgt. Je eet de chips mayai met tomaten of chili saus.

Wat er verder geserveerd wordt is rijst met bruine bonen of bruine bonen met mais (Makanda). Dat is niet de mooie gele bonduelle mais (dat kennen ze hier als corn) maar veel witter, minder zoet en een grotere korrel.
Als laatste is er nog het typisch Tanzaniaanse Ugalli. Dit is een soort deegbal gemaakt van mais wat gegeten wordt met groente of saus. Met je vingers pluk je een stukje van de deegbal, dit vorm je met je vingers en daarmee schep je de groente (of saus) op. Geen bestek dus!

Als tussendoortje zijn er allerlei heerlijke pasteitjes te verkrijgen. Vooral de Samosa (een deegflap gevuld met groente of rundvlees) is erg lekker. Op straat kun je voornamelijk Chips Mayai, geroosterde banaan, geroosterde mais en samosa’s kopen. Ook zit er op elke straathoek wel een vrouw op een emmer die geroosterde pinda’s verkoopt, wel gepeld maar nog in het donkere velletje, heel lekker!

’s Avonds eet ik weer op de lodge. Lokaal avondeten is pilau (een soort nasi) en Chapati (een soort wraps gemaakt van pannenkoeken gevuld met groente en vlees en lekker gekruid). Sowieso veel koolhydraten als aardappelen, rijst en bonen. Daarnaast wordt er ook westers gekookt zoals pasta of hamburger met friet.

Als snack zijn er chips (hier crisps, chips is hier patat) in de meest bijzondere smaken te krijgen. De lekkerste vind ik bananenchips (heel bijzonder voor iemand die echt echt echt geen banaan lust). Bananenchips is gefrituurde banaan die daardoor de bananensmaak en de bananen structuur verliest, en dat bevalt mij wel.

Als laatste dan nog de drankjes. Ik drink voornamelijk koffie, thee en water. De enige koffie die ze hier kennen is oploskoffie en dat is wel een teleurstelling. Gister heb ik in een toeristisch café voor het eerst een échte cappuccino gehad, genieten! In een restaurant kun je allerlei verse sapjes krijgen. Annanas sap is favoriet! Op de lodge is een barretje waar je kilimanjaro bier kunt krijgen, alleen per halve liter. Niet super bijzonder maar wel lekker!

Cheers!

Op Safari

Oke, ik heb lichte spierpijn en wondjes op mijn vingers. Ik zou er nu graag een heel stoer verhaal bij vertellen maar de waarheid is dat het komt van het wassen. Helaas hier geen wasmachine dus alles moet met de hand. De meiden in pipi house hebben mij laten zien hoe je écht met de hand moet wassen en dat is wel even anders dan we het in Nederland doen. Een verleerde vaardigheid. Dus; mocht je een wasmachine thuis hebben, waardeer hem dan! Geef af een toe eens een aai over de zeep lade en realiseer je hoe goed hij voor je is!

Buiten de klaagzang van de was gaat het goed hier. Ik heb besloten dat het zonde is om alleen maar vrijwilligerswerk te doen en verder niets van het land te zien dus afgelopen weekend ben ik op safari geweest naar de Serengetti en Ngorongoro en het was echt prachtig. De Serengetti is een uitgestrekte vlakte die je nog het beste kunt vergelijken met de Marnerwaard. In de wijde omtrek niets anders dan natuur en wilde dieren. Ngorongoro is een vulkaankrater van 19km doorsnede en vergeleken met de serengetti bijna een dierentuin, gegarandeerd dieren zien.

Op vrijdag ochtend reden we door Ngorongoro naar de serengetti. Tegen de tijd dat we daar aankwamen was het al donker en konden we op de ‘camping’ onze tent op zetten. De camping is niet meer dan een gemaaid veld met 2 betonnen schuren (een voor koken en een om in te schuilen) en een toilet. Na het wisselen van de eerste lekke band gingen we naar de tent. Daar kregen we te horen dat er hyena’s tussen de tenten waren gespot. Op zich niet gevaarlijk zolang je een lamp bij je hebt. De nacht was super (spannend). Je slaapt letterlijk tussen de wilde dieren en hoort deze dus ook huilen, grommen, roepen enz. Een hele bijzondere ervaring. ’s Ochtends voor zonsopgang gingen we alweer op pad om de zon op te zien komen. Maar voordat dat gebeurde was het eerst de tweede lekker band verwisselen en genieten van de sterrenhemel. Omdat er geen lichtvervuiling is zijn er miljoenen sterren aan de hemel te zien.

En dan ga je echt op safari. De auto (Toyota landcruiser voor de geïnteresseerden) is leeg en het dak kan omhoog waardoor je door de auto kunt lopen en zelfs achterop het dak kunt zitten of staan. Dat is echt een fantastisch gevoel. De vrijheid en de ruimte die je dan ervaart zijn moeilijk te beschrijven. Tot het moment dat er pal naast je ineens 12 leeuwinnen opstaan uit het gras die je nog niet kon zien toen ze lagen. Dan besef je ineens hoe blij je moet zijn dat je in een auto zit. Ik ga niet beschrijven wat ik allemaal nog meer heb gezien. De bijgevoegde foto’s moeten het verhaal maar vertellen.

Aan het einde van de middag (en een derde lekke band) pakken we onze spullen weer op en gaan op weg naar Ngorongoro. We slapen daar aan de rand van de vulkaan krater op ruim 2300 meter dus zodra de zon onder is wordt het koud, en daar was ik niet op voorbereid toen ik in Nederland mijn tas inpakte. De enige oplossing is dus laagjes. Met 2 broeken, sokken, shirts, trui, vest, capuchon en sjaal stap ik aan het eind van de dag in m’n slaapzak en op die manier is de nacht goed te doen.

De volgende ochtend rijden we de krater in. Omdat de krater lang in de schaduw ligt is er veel activiteit. We zien leeuwinnen een poging doen om te jagen en eten terwijl de familieleden van het slachtoffer rustig toekijken.

Wat ngorongoro zo bijzonder maakt is het feit dat er naast de wilde dieren ook nog 40.000 masai wonen en op traditionele wijze leven. De Masai houden niet van toeristen dus foto’s maken van hun of hun vee wordt niet gewaardeerd. Ze zijn gekleed in gekleurde geblokte doeken, dragen een herderstaf en uitgerekte oren vol zilverkleurige hangers en grote gaten in de lellen. Behalve de watervoorziening (ze krijgen een water tank gevuld) zijn ze volledig zelfvoorzienend. Een mooi maar keihard leven.

Deze week gewoon weer aan het werk in de shelter. Hoewel het hier allemaal niet zo nauw steekt met de tijd merk ik dat ik toch een ritme aan het ontwikkelen ben. Ik ben hier alweer 1,5 week. De tijd vliegt voorbij!

De Street girl shelter (pipi house)

Na twee dagen gewerkt te hebben op het project wordt het wel weer eens tijd voor een update en de beloofde foto’s.

De eerste dag op het project was wel bijzonder. Je komt daar met de gedachte iets te gaan doen maar naar een eerste kennismaking met de directeur kreeg ik de opdracht “ga maar met de kinderen spelen ofzo”. Ik blijk een van vijf vrijwilligers te zijn, de meesten maken een werkdag van 10 tot 2. Dat klinkt heerlijk maar ik ben bang dat ik daar mijn voldoening niet uit ga halen. Uiteindelijk heb ik iets gevonden waar ik mijn tanden in kan zetten; een vrijwilliger heeft in de afgelopen weken 3 oude trapnaaimachines gevonden en er twee weer aan de praat gekregen. Zij heeft geprobeerd de meiden naailes te geven maar dat blijkt nog best heel moeilijk. Deze week is haar laatste week op het project en ik ga de boel overnemen. Mijn doel: een paar van de meiden leren naaien en één vrouw zo ver krijgen dat ze de boel draaiende kan houden zodra ik weg ben.

En daar begon de missie. Want hoewel ik in Nederland redelijk met mijn naaimachine om kan gaan is een trapnaaimachine wel even ander werk. Maar na een middag en een ochtend zweten heb ik het redelijk onder de knie en vanmorgen is dan mijn eerste kinderjurkje onder de machine vandaan gekomen. Ik heb geprobeerd een van de meiden te leren hoe het moet maar al snel kwam ik er achter dat de meesten niet eens weten hoe ze moeten knippen. En zo kwam het dat ik ineens kniples stond te geven, Jaja, je maakt wat mee.

Mijn werkdagen lopen van ongeveer 10 tot 4 (nog steeds heel chique). De route naar het werk is een heerlijk ochtendritueel. Vanuit de lodge loopt een zandweg vol kuilen gaten en rotsen naar beneden. Hoewel er genoeg piki piki’s gaan is het echt geen prettige route achterop een motor. Ik loop dus naar beneden midden door het straatleven van de wijk. Kinderen zwaaien en roepen Mambo Mzungu (hallo blanke), muziek schalt uit kleine winkeltjes, straten worden geveegd en tussen alle bedrijvigheid door lopen honden kippen en soms een koe of een geit.

Het eerste stuk naar mijn werk ga ik met de piki piki, het tweede stuk met de dala dala. Ook een hele bijzondere vorm van openbaar vervoer. Een dala dala is een minibusje (12 stoelen) waarmee je voor 400 shilling (€0,17) naar de andere kant van de stad kunt. Maar natuurlijk is er een keerzijde, want hoewel het busje 12 stoelen heeft is hij nooit vol en zit ik meestal met 22 anderen in de bus. Als ik de dala dala dan eindelijk weer uitgekropen ben moet ik nog ongeveer 10 minuten lopen door eenzelfde wijk als hierboven beschreven. En als ik er dan eindelijk ben word ik ontzettend enthousiast begroet door een groep kleine kinderen en een paar geiten. Dat is toch even anders dan met de auto naar kantoor.

Wanneer ik weer thuis ben spring ik als eerst onder de douche, hoewel het water hier nooit écht warm zal worden is er op het einde van de middag de meeste kans op een lauwe douche. En ik moet eerlijk zeggen dat ook koud douchen gewoon went. ’s Avonds wordt er voor ons gekookt en eten we met alle vrijwilligers onder de veranda en blijven we daar meestal de rest van de avond zitten.

Morgen ga ik naast kniples geven ook kijken of ik de meiden over lijntjes papier rechte lijnen kan leren naaien. Nog 3,5 week om m’n doel te halen!

De eerste dagen

Zo, Afrika. Ik ben nu bijna drie dagen in Arusha en voel me al zo anders dan toen ik hier aan kwam. Na een dag lang vliegen kwam ik aan op Kilimajaro airport in het donker. Hoewel ik niet snel bang ben voor beesten was mijn eerste kennismaking in Tanzania met motvlinders zo groot als kleine vogels en kakkerlakken zo groot als bananen. Niet een hele geruststellende gedachte. Bij immigratie mocht ik na 3 loketten dan toch echt het land in.

Buiten werd ik opgewacht door Donald, een van de medewerkers van de lodge waar ik verblijf. De weg was veel beter dan ik mij had voorgesteld. Een snelweg waardige strook asfalt waar je maar 50 km per uur mag rijden omdat er zebra paden (zonder doel) overheen lopen, drempels liggen, paarden, honden en mensen op lopen, onbewaakte spoorlijnen overheen gaan en het meest gevaarlijke; er rijden enorm veel voertuigen zonder licht. Na aankomst heb ik mijn klamboe opgehangen en ben in slaap gevallen.

Vrijdag ochtend werd ik al vroeg wakker door het geluid van een moskee in de buurt, gevolgd door het opstaan van mijn kamergenote Stefanie. De kamer heeft vier bedden maar voorlopig deel ik hem alleen nog maar met Stefanie, best prettig. Donald heeft me in de ochtend meegenomen Arusha in met nu al mijn favoriete vervoersmiddel: de piki piki. De allereerste keer best spannend maar je went er snel aan. Een piki piki is eigenlijk gewoon een taxi motor. Voor ca 2000 shilling (ongeveer 80 cent) brengt deze je naar het centrum van Arusha. Het gaat in tegen alles wat ik ooit geleerd heb en ik hoorde toch even de stem van mijn moeder in mijn hoofd toen ik zonder helm en op slippers achterop een motor stapte maar geloof me, het went sneller dan je denkt.

Naast de bank, de markt, het regelen van een lokale simkaart en de supermarkt ben ik vrijdag ook langs geweest op de shelter om kennis te maken en om een handtekening op te halen zodat mijn werkvergunning aangevraagd kan worden. Dat wordt nog wel spannend omdat ze sindskort een nieuwe president hebben in Tanzania en de regels behoorlijk zijn veranderd. Ik hoor van mede vrijwilligers dat ze soms wel twee weken moesten wachten voordat ze aan de slag konden. Ik neem de gok en ga in ieder geval maandag naar het project om daar een dag mee te draaien.

Tsja, en dan de vraag ‘Hoe is Afrika’? Ik moet eerlijk zeggen dat ik vrijdag echt in een soort cultuurshok terecht kwam en mezelf af vroeg of ik me hier een maand lang thuis zou kunnen voelen. Ik begreep niets van de taal en de gebruiken en hoewel Arusha in de zomer best toeristisch is wordt je als Mzungu (blanke) toch behoorlijk nagekeken. Maar het went ook heel snel, ik slenter al met veel meer vertrouwen de stoffige straten over en hoewel het koud douchen denk ik nooit gaat wennen valt er prima te leven met van tijd tot tijd geen stroom en stromend water.

Speaking of, op dit moment is er al de hele dag geen stroom en geen water. Ik schrijf deze blog met mn laatste restje accu dus moet jullie de foto’s nog even schuldig blijven. In de loop van komende week zal ik weer een update doen.

Liefs,

Ellie

Welkom op mijn Reislog!

Hallo en welkom op mijn reislog!

Dé plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens mijn reis naar Arusha Tanzania. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie over de reis die ik ga maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met me meereist!

Groetjes,

Ellie

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood