Op zoek naar water

En hier zit ik dan, bijna 2 jaar na mijn eerste bezoek aan Tanzania ben ik weer terug in Arusha. Deze keer niet als vrijwilliger maar op bezoek bij Tarloch en Leonie om verschillende projecten te bezoeken en mijn moeder te laten zien waar ik allemaal ben geweest.

Deze week hebben de vision for children (afgekort V4C) school bezocht. Een heel klein schooltje op het platteland van Arusha. Het schooltje is begonnen als dagopvang voor kinderen maar heeft inmiddels genoeg leerlingen om in drie hele kleine lokaaltjes les te geven. Het hele project is een particulier initiatief en je ziet hoe veel liefde er in het project gestopt wordt. Zo woont de schooldirecteur (Amos) op het terrein in een hokje van 1,5 bij 2 meter welke tevens dienst doet als schoolmagazijn. Hoewel de school al heel wat voorzieningen heeft (lokalen, lesbankjes, een schommel) ontbreken er twee belangrijke dingen, stromend water en een toilet,

De kinderen krijgen 's ochtends een beker pap maar verder is er geen water en dus niets te drinken de hele dag. Het toilet is een gegraven gat in de grond en kan dus niet gespoeld of schoongemaakt worden. Door deze omstandigheden liggen diarree en uitdroging als gevaar op de loer.

Een Nederlandse vrijwilliger is de afgelopen maanden bezig geweest met het verkrijgen van stromend water. Via facebook heeft ze een actie opgezet en daar genoeg geld mee binnengehaald om naar grondwater te boren en een tap te plaatsen. Na ruim 200 meter de grond in te zijn gegaan was het geld bijna op en bleek er geen grondwater te zitten. Een hele grote teleurstelling! van het laatste beetje geld wordt nu een toiletgebouw gemaakt met een grote watertank op het dak. De grote uitdaging is alleen... hoe komt er water in de tank?

En dan loop je ineens tegen de Afrikaanse politiek aan. Het dorp iets verderop heeft een watervoorziening maar ziet er niets in om de tank op het dak van de school te vullen. Het vullen van deze tank zou namelijk ten koste kunnen gaan van de watercapaciteit van het dorp om over de waterdruk nog maar te zwijgen als het water helemaal om hoog moet. Voor het juiste bedrag gaan echter deuren open en dit soort discussies kosten veel tijd met vaak weinig resultaat. Daarom is uiteindelijk de volgende oplossing bedacht.

Er wordt naast de tank op het dak ook een tank de grond in gegraven. deze kan ‘s nachts gevuld worden met water uit het dorp. omdat de tank onder de grond zit doet de zwaartekracht het werk en gaat dit niet ten koste van de druk en omdat het ‘s nachts gebeurd is de capaciteit ook geen probleem. Met een pomp, aangedreven op zon energie wordt het water van de ondergrondse tank naar de tank op het dak gepompt. Vanaf daar doet zwaartekracht weer zijn werk en kunnen toiletten gespoeld worden en is drinkwater beschikbaar. Omdat er 's nachts natuurlijk geen zon is komt er naast de solarpomp een accu om de opgewekte stroom overdag op te slaan zodat deze ‘s nachts gebruikt kan worden. Met het vertrek van de Nederlandse vrijwilliger hebben wij het op ons genomen om de pompinstallatie te regelen.

En zie daar de uitdaging, ik zou in Nederland niet eens weten waar ik een solarpomp vandaan moet halen, laat staan in Tanzania. Maar met de juiste hulp druppelen er nu een aantal offertes binnen. Nog 1,5 week te gaan en ik hoop ontzettend dat we water gaan zien stromen voor we weer terug gaan naar Nederland!

Fase 2

De lente komt er aan... en dat wordt tijd ook. Hoewel de winterse temperaturen (20-30 graden) me prima bevallen brengt de lente hopelijk wat regen met zich mee. De laatste regenval hier was met pasen en dat is goed te zien. Het water in de rivier staat zo laag dat ik in theorie naar de overkant kan lopen zonder dat mn knien nat worden. In de praktijk kom in niet eens in de buurt van de oever omdat hongerige krokodillen daar geduldig liggen te wachten.

Buiten de hekken van fase 1 is goed te merken dat de natuur last heeft van de winter. De leeuw uit de vorige blog blijkt met z’n drieen te zijn. 1 mannetje en twee vrouwtjes. De lopen hier nu al dagen rond op zoek naar voedsel. Overdag houden ze zich schuil maar in het schemer en snachts zijn ze goed te horen. Erg gaaf maar soms ook spannend aangezien we lopend van fase 1 naar fase 2 gaan.

De wandeling naar fase 2 is ongeveer 5 minuten de berg op. Bovenaan de berg is eerst de eigen afval stort. Alles wordt gescheiden maar er wordt maar zelden iets afgevoerd. Het project heeft geen eigen inkomsten en daarmee komt elk oud stuk ijzerdraad vanzelf weer een keer van pas. Afgelopen dagen hebben we oude speeltoestellen uit elkaar gehaald en alle bouten gebruik ik nu weer om een ladder te maken voor in een nieuw verblijf.

Naast de afvalstort staat de voedselschuur en de garage. In de voedselschuur wordt al het gedoneerde eten opgeslagen en brereid om aan de maar liefst 29 troepen te voeren. En dat is gelijk ook de rest van fase 2. 29 grote verblijven en 3 semi wilde verblijven waar samen 454 apen wonen. De troepen blijven hier net zo lang tot ze ‘compleet’ zijn en uitgezet kunnen worden. Een complete troep bestaat uit ca 25 apen tussen de 0 en 10 jaar met een goede mix tussen mannetjes en vrouwtjes en een duidelijke Alfa. Idealiter zijn er geen semi wilde verblijven maar omdat uitzetten al een tijd niet lukt hebben de apen een groot stuk grond gekregen waar ze zo veel mogelijk als wilde troep leven.

Behalve de troepen die hier in de opvang leven loopt er tussen de verblijven ook een wilde troep bavianen die af komt op al het eten. Meestal laten ze je met rust maar ik heb geleerd ze niet te onderschatten, bavianen zijn sterk en gevaarlijk. Om iedereen beter uit elkaar te houden hebben ook de wilde bavianen hier een naam, de troepnaam is vanwege een zeer duidelijke reden ‘Longtits’.

Mijn hoofdtaak in fase 2 is schoonmaken. Elke ochtend van 7 tot 11 worden er 2 verblijven schoongemaakt. Het werk zelf is erg smerig maar tijdes troopclean maak ik altijd wel wat bijzonders mee. Of het nou de wilde zwijnen zijn die graag even door het oude hooi wroeten of een van de apen die probeert borstels, tuinslang, hooi of zelfs rubber handschoenen te stelen (ja, er is hier nu echt een baviaan apentrots op z’n knalgele rubber handschoen).

M’n minst favorite shift is het vlooien van Patats. Zij is een van de oude Lab apen en hoewel het niet gelukt is haar aan een troep te binden heeft ze wel behoefte aan contact. Zo speelt ze graag door het hek met de longtit baby’s, heeft ze een knuffel die ze behandelt als haar eigen baby en zijn er shifts om tijd met haar door te brengen. Elke andere vrijwilliger is gek op haar maar Patats en ik zijn nou niet echt soulmates. Tijdens mijn eerste shift heeft ze me behoorlijk hard geslagen en sindsdien ben ik bang voor haar en heeft zij besloten mij volledig te negeren. Dus daar zit ik dan, alleen in een apenverblijf. De laatste keer heb ik een banaan voor haar meegenomen (ja, alle cliche’s over apen en bananen zijn waar), dat uur heeft ze zich door mij laten vlooien en kreeg ik zelfs een knuffel. Wie weet komt het nog goed tussen ons.

Verder gaat het goed hier. Ik heb het ontzettend naar mijn zin. De werkdagen zijn lang maar aan de andere kant is het leven hier eenvoudig. Opstaan, werken, eten, hangen met de rest van de vrijwilligers en voor half 9 lig ik meestal in bed. Vanavond is het braai avond. Door de week ben ik ongewenst veganist maar voor vanavond staat er steak op het menu!

Fase 1

Op dit moment loopt er een mannelijke leeuw buiten rond en dat betekent dat ik hier veilig binnen het hek even aan een blog kan werken. Er is sinds vorige week een hoop veranderd. De 3 baby apen (Luna, Mot en Baboe) zijn inmiddels uit quarantaine en aangezien hier niemand krabbend rond loopt gaan we er vanuit dat het een loos schurft alarm was. Om besmetting tussen de wilde troepen en de baby’s te voorkomen is er een strikte scheiding gemaakt tussen fase 1 (alles binnen de hekken) en fase 2 (de troepen).

Fase 1 is waar de baby apen leven. De baby’s tot 3 maanden zitten overdag in de nursury, een soort kinderdagverblijf waar ze 5 keer per dag melk krijgen en leren spelen met de andere apen. ‘snachts slapen ze op de buik van hun surrogaatmoeder, een van de vrijwilligers die vanaf dag 1 bij de baby is. Baby apen die net binnen komen kunnen al wat ouder zijn en verblijven in de nursury totdat ze genoeg zelfvertrouwen hebben om te starten met het bonding proces.

Na 3 maanden (of bij genoeg zelfvertrouwen) wordt een baby gekoppeld aan een adoptiemoeder uit een van de troepen, dit is best spannend. Eerst wordt er gekeken in welke troep de aap het beste zou passen en of er in die troep een geschikte moeder aap zit. De apen in de troepen krijgen anticonceptie omdat men niet wil dat er apen in gevangenschap geboren worden, de troepen gaan immers weer terug naar de natuur. Toch laten de vrouwtjes vaak moederlijk gedrag zien, deze vrouwtjes zijn geschikt als adoptiemoeder.
In een beschermde omgeving worden moeder en baby aan elkaar voorgesteld. Er zit een klein luik waardoor de baby kan ‘vluchten’ naar een vrijwilliger maar waar de adoptiemoeder niet kan komen. Op deze manier bepaald de baby de snelheid van de bonding. Op dit moment wordt Luna gekoppeld aan moeder Star, dit gaat zo goed dat ze inmiddels dag en nacht bij Star verblijft en binnenkort naar een troep gaat. Vanaf dat moment is er zo min mogelijk menselijk contact. Weer een stapje dichter bij uitzetting! Gister avond is er een nieuwe baby binnen gebracht, Birdie. Ze is vooral nog heel stil en bang maar ik hoop dat ze vandaag in de nursury maatjes zal worden met Mot.

Naast apen heeft fase 1 ook kippen, cavia’s, konijnen, meelwormen, zwerfhonden, een moestuin, een dierenkliniek, het vrijwilligersdorp en de melkkeuken. In de melkkeuken wordt al het aanvullende voedsel voor de apen en de rest van de dieren gemaakt. Het gewone voer voor de troepen wordt door een aantal werknemers uit de lokale bevolking bereid en uitgedeeld. Buiten de hekken is het gevaarlijk om met voedsel te lopen omdat er ook een troep wilde bavianen rondzwerft, klaar om het te stelen. Geloof mij, je wil niet oog in oog komen te staan met een volwassen baviaan!
Het meeste aanvullende voer bestaat uit maispap, een zwaar werk om te maken maar voor van alles te gebruiken. De apen zijn vooral gek op papsticks. Buiten de hekken zoeken we takken waarop we de maispap gevuld met zaden plakken. Na een nacht in de koeling gaan ze naar de troepen die de pap er graag af knagen!

De dierenkliniek wordt op dit moment gerund door een franse dierenarts, zij vertrekt volgende week naar huis en dan is het maar weer afwachten of een vrijwillige dierenarts zich meldt. Tussen de vrijwilligers zijn altijd wel een paar dierenarts assistenten maar het is roeien met de riemen die er zijn. De afweging is sowieso altijd moeilijk, is er geld om een aap te behandelen? En hoever ga je aangezien je zo veel mogelijk wil dat de troep functioneerd als een wilde troep. In de praktijk worden alleen apen die een belangrijke rol in de troep hebben (alfa’s of potentiele alfa’s), verwondingen en hevige diarree behandeld.

Het meelwormen project heeft me verrast. Om eerlijk te zijn keek ik er nou niet echt naar uit om m’n handen in bakken vol meelwormen te steken om ze te sorteren. Maar ik ben over dikke lagen kippenvel heen gestapt en het is eigenlijk wel leuk werk. Op dit moment proberen we de populatie meelwormen zo groot te kijgen dat we regelmatig de apen kunnen voeren met de wormen. Dat betekent nu vooral de wormen die zich beginnen te poppen als kever apart te zetten zodat ze eieren kunnen leggen.

Ik merk dat ik hier sowieso makkelijker ben in dingen. Hoewel de spinnen echt gruwelijk zijn is de rest niet zo spannend meer, ik slaap onder een klamboe maar de kakkerlakken (gelukkig niet groter dan een vingertop) weten altijd binnen te dringen, ik noem ze maar liefkozend Zaza en accepteer dat ze er zijn.

Ik krijg net het berich dat de leeuw weer is vertrokken. Tijd om aan het werk te gaan. Volgende keer zal ik meer vertellen over fase 2, foto’s volgen!

een nieuw avontuur

Ik zit op een betonnen verranda in de schaduw voor mijn kamer. Alweer een hele tijd geleden sinds ik mijn laatste blog schreef. Onverwacht naar Nederland gekomen maar daar de draad weer opgepakt, nieuwe plannen gemaakt en nu zit ik alweer een aantal dagen in het prachtige Zuid Afrika.

Van het land zelf ga ik niet veel zien ben ik al achter. Ik verblijf in het Grietjie Nature Park niet ver van het krugerpark. Het is een big 5 reservaat wat betekend dat de lodge rondom afgezet is met een electrisch hek om ons te beschermen tegen leeuwen, luipaarden, olifanten en ander wild. Waarom zit ik hier? Voor de Bavianen.

De komende 3 weken werk ik als vrijwilliger in een opvang voor Bavianen. De apen die hier komen zijn altijd weesapen van een paar dagen tot een paar maanden oud. Moeders zijn meestal vermoord door boeren omdat ze grote rovers zijn en een hele oogst in enkele minuten kunnen vernielen. Vaak zien de boeren niet dat er een kleintje aan moeder vast zit, soms brengen ze hem zelf, soms verkopen ze de kleintjes als huisdier of ze worden door iemand gevonden. En dan begint het werk hier. De eerste 3 maanden wordt een baby aan een vrijwilliger gekoppeld als surrogaat moeder, overdag wordt er door alle vrijwilligers voor gezorgd maar ‘savonds slaapt de baby bij de surrogaat moeder. Na 3 maanden begint het bindingsproces met een bestaande apen troep omdat de baby dan alleen kan slapen. Het bindingsproces zal ik in een volgende blog meer over vertellen wanneer ik het zelf gezien heb. Op dit moment zijn er 3 babies die alle 3 tot morgen in quarantaine zitten ivm mogelijke schurft.

Mijn werkdag begint om 06.00 meestal met het schoonmaken van een apenverblijf waarin een troep apen woont die klaar is om uitgezet te worden in het wild. Helaas is het vinden van een goede plek erg moeilijk omdat je in Zuid Afrika niet eens de provincie grenzen over mag. De laatste uitzetting was succesvol maar binnen 3 maanden was de hele troep dood door illegaal jagen. Helaas zitten hier dus teveel apen die terug zouden moeten naar de natuur maar het niet kunnen. In oktober verwachten ze weer een uitzetting te kunnen doen maar de onderhandelingen over het gebied gaan moeizaam.

Maar goed, het schoonmaken. Een apen verblijf is echt goor! Ik heb geloof ik nog nooit zo veel diaree bij elkaar geschraapt maar het is wel een klusje met voldoening. Na het schoonmaken is het tijd voor een douche en dan zijn er allerlei shifts, soms werken in de groente tuin, flessen maken voor de babies, buiten in het reservaat op zoek gaan naar takken en stronken waarmee speelgoed en ‘uitdagende snacks’ gemaakt kunnen worden, koken van dikke maispap (in Tanzania aten we die zelf maar hier voeren we het aan de apen), sorteren van meelwormen (echt waar), het cavia verblijf schoonmaken, gedoneerd eten schoonmaken en sorteren, het ‘vlooien’ van de apen die uit een lab zijn gered en niet meer terug kunnen in een troep of in het wild en vanaf morgen ook de nursury shifts met de baby’s. De werkdag eindigd om 17.00 met het maken van de laatste flessen en het schoonmaken van de melkkeuken.

De vrijwilligersgroep is echt heel leuk. Veel Amerikanen (hoewel ik dacht dat ik daar wel genoeg van had maar de Amerikaanse Felice is echt m’n maatje hier), veel Engelsen, een paar Australiers, een Duitse en twee Nederlanders. Tussen de laatste shift en het donker hebben we nog even tijd om met de auto de omgeving door te rijden, elke dag een mini safari. Gister hebben we Olifanten gespot. De leeuwen zitten hier ook in de buurt, met enige regelmaat slaat de groep met wilde Bavianen (die afkomen op het voer) alarm war voor ons het teken is om binnen de hekken te blijven. Maar we hebben ze nog niet gezien.

Needless to say dat ik het echt fantastisch vind hier. Al het werk heeft nut en door alle verschillende shifts te draaien valt al het werk op zijn plaats in het grotere geheel. Ik wordt super smerig van de meest walgelijke dingen. Ik ben ook echt anders tegen dierenartsen aan gaan kijken, dat woord is gewoon een synoniem voor ‘smeer-mij-maar-onder-de-diarree’. Maar aan het eind van de dag lig ik moe en tevreden in mn bedje. Ik merk dat ik heel veel te vertellen heb, in de volgende blogs wordt het vast allemaal wat duidelijker.

Oh, het internet is om te huilen. Foto’s zijn erg moeilijk te laden dus ik geef geen garanties op visuele onderbouwing voordat ik weer terug ben :)

Joshua Tree, Sedona en de Grand Canyon

Oke, ik weet dat ik niets te klagen heb. Dat het echt gaaf is wat ik doe en dat dit een once in a lifetime is. Maar wat niemand je vertelt als je wereldreis verhalen hoort is hoe moeilijk het kan zijn (ik weet het, de afgelopen maanden heb ik vaak geroepen “hoe moeilijk kan het zijn?”). De eerste dagen alleen in de VS waren erg moeilijk. Ik heb me nog nooit zo klein en verloren gevoeld. Alles hier is groot. De auto’s, de mensen (ja, zelfs naast mij zijn de mensen groot), de afstanden en vooral de verpakkingen in de Wallmart. Ik heb me echt afgevraagd waarom ik hier ben, waarom ik deze reis ook alweer wilde en waarom ik zo ver weg wil van iedereen waarvan ik hou. Inmiddels gaat het gelukkig een stuk beter, met dank aan alle lieve berichtjes en belletjes.

Afgelopen vrijdag avond ben ik dus aangekomen in Los Angeles. Wat een enorme stad! Ik sliep aan de Hollywood boulevard en alle cliche’s zijn waar. Iedereen daar met wie ik een praatje heb gemaakt “wants to be an actor” en is druk bezig zichzelf als acteur te profileren op de boulevard. Ga je echter een straat naar achter dan valt alle plastic weg en zie je de zwervers bij bosjes onverstoord onder een stapel doeken liggen. LA is niet mijn stad en na het ophalen van mijn huurauto (Nissan Sentra voor de liefhebbers) ben ik doorgereden naar Joshoa Tree National Park.

En wat een contrast is dat! De rust, eekhoorntjes die je campsite doorzoeken naar iets eetbaars, roadrunners die langs zoeven (wat zijn die trouwens groot!), coyote’s die ‘s nachts de lucht vullen met hun gehuil en de volgende ochtend zelfs twee kolibri’s vlak voor m’n neus. De campsite is primitief maar goed genoeg voor 2 nachten, wel goed de tent dichthouden want blijkbaar is dit het seizoen voor slangen. Ik ben twee nachten in het park gebleven en heb er voornamelijk gehiked en geleerd dat mijlen niet hetzelfde zijn als kilometers
.

Mijn volgende stop is Flagstaff en daarmee steek ik ook gelijk de staatsgrens van California naar Arizona over. Ik verblijf op een KOA camping, daar stikt het hier van in Amerika. Een stuk minder primitief en daar wen je snel aan. Flagstaff ligt mooi centraal waardoor ik heb kunnen hiken in Sedona National park als in de Grand Canyon. Hoewel de Grand Canyon veel bekender is vond ik Sedona ook fantastisch mooi. Beide parken zijn ontstaan door stuwing van de aarde waardoor je de rotslagen goed kunt zien. De temperatuur loopt hier overdag op tot ca 33 graden waardoor het rustig is op de hiking trails maar ik ook behoorlijk wat water mee moet zeulen. Wanneer je in de Canyon loopt wordt het hoe lager hoe heter dus na een korte hike naar beneden vond ik het prima en ben weer omhoog gelopen. Gister avond ben ik nog een keer gegaan om de zonsondergang te bekijken. Een heel andere setting. De overdag zo luidruchtige toeristen zaten allemaal stil aan de rand van de Canyon naar de overkant te staren. Ik ben blijven zitten tot het donker, toen was het park ineens spookachtig. Alle toeristen weg, nergens een lantarenpaal een prachtige sterrenhemel en de grote donkere afgrond naast me, heel bijzonder om mee te maken.

Ik heb het inmiddels best naar mijn zin hier en begin een aardig ritme te krijgen. Omdat de temperatuur ‘s avonds snel daalt leef ik (zo ongeveer) met de zon. Dat betekent tussen 5 en 6 uur ‘s ochtends wakker en rond 8 uur slapen. Had niet gedacht dat ik ooit een ochtendmens zou worden! Contact leggen met andere reizigers gaat heel makkelijk. Het zijn bijna allemaal Amerikanen maar de mooiste waren Pat en Wanda. Beide midden 70, hij een oude rocker met hoodie en gitaar die van kamperen houdt, zij een afro Amerikaanse lifestyle coach uit Santa fe compleet met knalroze hartvormige zonnebril. Zij zijn degenen geweest die in de gaten hielden of ik met zonsondergang wel weer terug was van m’n hikes, zo lief!

Ik merk dat ik mijn volledige reis niet goed kan overzien, kan ik wel zo lang zonder thuis? Ben ik niet te enthousiast aan dit avontuur begonnen? Ik weet het niet, vooralsnog bekijk ik het per fase. Zolang ik er blij van wordt ga ik door. Zojuist ben ik aangekomen in Las Vegas. Er staat 45 graden op de teller dus ik wacht nog even tot de avond valt voor ik op avontuur ga. Morgen reis ik door naar Sequoia National Park.

Geisers, zwavelvelden, walvissen, watervallen en heel veel niets

Zo, de kop is er af. Ik zit op Reykjavik airport te wachten tot ik mag boarden. Tijd genoeg om de afgelopen 10 dagen eens samen te vatten in een blog. Eigenlijk begint mijn verhaal al iets eerder. De afgelopen weken stonden vooral in het teken van deze reis. Niet alleen het verzamelen van alle spullen (ik heb mijzelf een backpack van 15 kilo ten doel gesteld) maar ook de zenuwen van het alleen vertrekken en afscheid nemen van Jean-Paul.

Gelukkig zijn we samen door IJsland getrokken. En wat een land is dat! Als je denkt dat je je heel veel niets voor kunt stellen, doe dat dan keer drie en dan kom je in de buurt van de indruk die IJsland op mij heeft achtergelaten. Het is een land van uitersten, in basis is alles duur (10 euro voor een biertje is niet vreemd) maar vreemd genoeg hoef je voor veel dingen zoals toeristische attracties of de carwash niets te betalen. Het weer kan gaan van zware storm tot strak blauwe lucht en deze wisselen elkaar gerust binnen 5 minuten af. En ook de indruk die het land geeft kent uitersten. Het kan een deprimerende hoeveelheid onleefbare grond zijn om vervolgens te veranderen in een adembenemend landschap. Omdat er maar zo weinig mensen in IJsland wonen is een heleboel niet gereguleerd. De basis regel is ‘gebruik je verstand’. Zo is er nergens een vangrail te bekennen, stoplichten bestaan alleen in Reykjavik en als je wil kun je zo een geiser of vulkaan in lopen zonder dat er een bordje heeft gestaan dat het gevaarlijk is of dat het niet mag.

In onze witte Renault Kadjar zijn we het eiland over gereden (Om raadselachtige reden zijn bijna alle auto’s in IJsland wit). De ringweg heeft ons tegen de klok in rond geleid waarbij we deels in de tent en deels in gesthouses hebben geslapen. Wildkamperen is (met gebruik van gezond verstand en respect voor de natuur) toegestaan en de eerste nacht hebben we onze tent dan ook opgezet in een grot, ongeveer 30 meter omhoog vanaf de weg. Super spannend! De grot, vrij ondiep en droog, werd bewoond door meerdere meeuwen stellen die daar zaten te broeden maar bij gebrek aan protest zijn we er maar vanuit gegaan dat ze het okĂ© vonden. Halverwege de nacht trok de wind steeds meer aan en zagen we de tent van 2 mensen die beneden in het gras stonden voorbij waaien (vanwege de zomer gaat de zon hier slechts een uurtje onder en wordt het niet donker). Rond een uur of 7 ’s ochtends was het inmiddels behoorlijk aan het stormen en regenen en zagen we de weg onder ons langzaam vol lopen waarmee de route naar de auto geblokkeerd zou worden. We hebben snel de spullen ingepakt en zijn gegaan. De weg naar beneden was best lastig. Hoge bomen vangen veel wind en zeker met een backpack van 15 kilo. Eenmaal op de weg verder naar het oosten hoorden we op het nieuws dat de weg inmiddels afgesloten was door de storm, geluk gehad dus!

Voordat m’n woorden op zijn nog snel even IJsland in een paar tips:
- Een 4x4 heb je zeker nodig en de binnenwegen zijn echt een (gave) uitdaging om te rijden

Husavik is dé plek om walvissen van zo dichtbij te spotten dat je ze aan kunt raken

Plan een paar hikes, de bergen, gletsjers, watervallen en ijsmeren zijn prachtig vanuit de auto maar nog mooier als je er tussendoor loopt.

Laat je IJslandse woordenboek thuis, 99% is met de beste wil van de wereld niet uit te spreken en de oprecht vriendelijke bevolking spreekt goed Engels.

De volgende bestemming: Los Angeles!

Tot later.

De ontmoeting

Terwijl ik deze laatste blog schrijf zit ik weer in Nederland aan de keukentafel. Het welkom op Schiphol was warm maar verder vind ik het vooral koud. Hoewel ik de reis een fantastische ervaring vond is het ook goed om weer terug te zijn. Ik ga de zon, het buiten leven en de muziek missen. De koude douches laat ik met liefde achter.

Mijn avontuur is voorbij maar toch wil ik jullie nog in Ă©Ă©n ding van mijn reis meenemen en dat is de ontmoeting met Sarah.

Één van de vrijwilligers in de lodge is op haar project (een goverment primary school) bezig geweest met het sponsorship programma ‘if you were in my shoes’. Het programma zoekt sponsoren voor kinderen die geen geld hebben om naar school te gaan. In principe is het onderwijs voor kinderen gratis maar een school uniform, boeken, pennen, schriften, maaltijden etc. moeten wel worden betaald. Van alle donaties die ik nog niet had uitgegeven aan toiletten en het naaiatelier heb ik besloten om een kind te sponsoren.

En afgelopen dinsdag middag was het zo ver, mijn ontmoeting met Sarah. Een meisje van 11 die als laatste van het gezin met 3 kinderen nog geen sponsor had. Voorafgaand aan de ontmoeting heb ik haar intake formulier toegestuurd gekregen waar ze zichzelf op de volgende manier in voorstelde;

“My name is Sarah, i live with my mother and two brothers (11 and 5) in Arusha. My Mother earns money by washing other peoples clothes. I don’t remember my father, i think he is dead. In the morning i make chai tea. For breakfast we usually have left over food from the night before but sometimes we have a bread bun. After school i fetch water from the community tap, clean the floors, wash the dishes and cook. My mother comes home about 6pm.

In the weekend i look after my little brother while my mother goes to find work, i also wash my families clothes. In the future i want to be a doctor, so i can help my mother”

De daadwerkelijke ontmoeting met Sarah was heel bijzonder. Met behulp van een tolk heeft ze wat meer over zichzelf verteld en heb ik mijzelf aan haar voorgesteld. Ik kan mij alleen maar indenken hoe een meisje van 11 zich moet voelen die een huishouden draaiende houd, naar school gaat en haar broertjes ziet die wél nieuwe schoolkleren en een maaltijd krijgen terwijl zij dit niet heeft. Ze was in ieder geval zo blij als een jarig kind toen ze hoorde dat ook zij nu een sponsor heeft.

Omdat ze thuis geen elektriciteit hebben is het voor Sarah lastig om al haar klusjes te doen Ă©n huiswerk te maken voordat het donker is. Ze is zo rond 17.00 uit school en om 19.00 is het donker. Vaak schiet het huiswerk er dus bij in. Via ENGIE heb ik Sarah een solar light cadeau gedaan. School heeft aangeboden om deze elke dag voor haar op te laden zodat ze ’s avonds licht heeft bij haar klusjes en huiswerk.

Voor de aankomende 3 jaar is haar schoolgeld betaald. Hiervoor krijgt Sarah de volgende dingen:

- Onderwijs en examens
- Dagelijkse school lunch
- Boeken, pennen, potloden, schriften liniaal etc
- School uniform (inclusief ondergoed sokken en schoenen)
- School reisje
- Medische zorg

Dus ook namens Sarah; ontzettend bedankt!

De laatste loodjes

Om te beginnen: Ik vergeet iedere keer om te zeggen hoe leuk het is om alle reacties te lezen. Om eerlijk te zijn gaat niet alles vanzelf hier met de Afrikaanse cultuur en wanneer het even tegen zit is het leuk om te zien dat er weer een berichtje is binnengekomen. Dank je wel daarvoor!

Afgelopen weekend heb ik schaamteloos de toerist uitgehangen. Daar waar je in Nederland een weekendje weg gaat naar Terschelling ben ik een weekendje weg geweest naar Zanzibar. Nog steeds Tanzania maar een totaal andere wereld! Om te beginnen is het daar qua temperatuur overdag net zo warm maar ’s avonds koelt het niet af en de luchtvochtigheid is veel hoger waardoor het belachelijk tropisch heet is.

Het tweede grote verschil is dat ik hier geen Mzungu ben. Natuurlijk ben ik nog steeds blank maar op Zanzibar zijn zoveel nationaliteiten aanwezig dat het veel minder opvalt. Overal om je heen zie je andere blanken, IndiĂ«rs, Chinezen, Arabieren en Afrikanen. Ik kan dus heerlijk opgaan in de menigte. Heb niet op elke straathoek vrienden die mij allemaal ‘kennen’ en wordt niet nageroepen op straat. Best lekker.

Verder is Zanzibar prachtig, mooie stranden, palmbomen, nou ja ik hoef je niet te vertellen hoe een reisgids er uit ziet. Overal ruikt het naar eten, lekkere kruiden en koffie! Hoewel oploskoffie ook hier favoriet is weten ze wel dat toeristen liever echte koffie hebben.

Vanaf het eiland heb ik een klein eiland voor de kust bezocht wat ‘prison island’ wordt genoemd. Dit eiland heeft een rijke geschiedenis als het om slavenhandel gaat en heeft daarnaast een super grote groep reuzeschildpadden. Het lijkt een beetje op een stukje dierentuin waar ze leven maar ze zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen. De oudste schildpad is 193 jaar oud en ik realiseerde mij pas echt hoe oud dat is toen ik door had dat deze schildpad nog de horror van de slavernij heeft meegemaakt.

Stonetown is verder een mooie stad met oude panden en allemaal kleine straatjes en steegjes met kleine winkeltjes. Ik verblijf in de volunteer lodge in stonetown wat ook gelijk een gevoel van thuiskomen geeft. Want hoewel er een heel land tussen de lodges zit is de manier van leven exact hetzelfde.

Maar goed, nu weer het echte werk. Morgen is namelijk de laatste dag op mijn project en hoewel het allemaal behoorlijk ambitieus was lijkt het er toch op dat ik al mijn doelen ga halen. De eerste verrassing was toen ik vanmorgen binnen kwam en de toiletten betegeld waren. Het heeft heel wat moeite gekost maar blijkbaar hadden ze er zin in zaterdag. Het tegelwerk is klaar en dat betekent hopelijk ook een einde aan de buikklachten doordat het sanitair beter schoongemaakt kan worden.

De tweede verrassing kreeg ik toen ik het naaiatelier binnen kwam. De tassen verkoop is nu echt gaan lopen. Onder leiding van Agnes hebben de meiden dit weekend ruim 20 tassen gemaakt en een groot deel is vandaag alweer verkocht. Daarnaast ligt er een grote stapel stof en een bestel lijst voor alles wat er nog gemaakt moet worden. Het lijkt er dus echt op dat het atelier verdergaat als ik straks weg ben, en dat voelt goed!

Als laatste ben ik vandaag op school geweest om daar het schoolgeld voor 3 meiden te betalen. Heel leuk om eens op een school te kijken hoewel dit natuurlijk een prive school is en het daar allemaal wat netter aan toe gaat.

Morgen ga ik van jullie laatste sponsorgeld een kind sponsoren welke geen geld heeft om schoolkleding, pennen, schriften en een uniform te betalen. Dit kind krijgt dan de kans om naar school te gaan en daar elke dag een maaltijd te eten. Ik ben heel benieuwd hoe een goverment school er uit ziet. Leuk om te weten is misschien dat dankzij jullie dit kind voor 3 jaar naar school kan, dank jullie wel!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood